maandag 11 april 2011

Theorievak 'Tekst'

1. Opdracht: Schrijf een korte tekst over je jeugd, vanuit je vroegste herinneringen.

Ik herinner mij..
Ik herinner me mijn leven tot nu toe als een wirwar van beelden, emoties en gebeurtenissen, waar vroeger veel meer orde in zat, maar wat steeds meer op een rommelzolder begint te lijken. Vooral de laatste vijf jaar ben ik het overzicht kwijtgeraakt; het lijkt alsof de zaklamp die de tijdlijn van mijn leven belicht, nog maar twee weken van het verleden en twee weken van de toekomst beschijnt; de rest van de tijd gaat schuil onder een sluier…
Als ik echter wat langer de moeite neem om eens te rommelen op die zolder van me, verschijnen er toch verbazingwekkend veel herinneringen terug op mijn hedendaagse netvlies..

...’Wil je een snoepje?’ Een oudere dame glimlacht onschuldig naar me, maar in haar ogen weerspiegelen kwade bedoelingen. Zonder iets te zeggen ren ik zo hard ik kan het wandelpad terug naar mijn moeder en tante, die me al lachend op staan te wachten. Ik begrijp hun gelach niet. Huilend van alle opwinding mompel ik zachtjes, zodat die mevrouw het zeker niet zou kunnen horen: ‘Mam, die vreemde mevrouw wilde mij een vergiftigd snoepje geven! Ik durf niet meer verder…’. Ik had immers voordat we gingen wandelen mijn moeder moeten beloven dat ik, als ik was verdwaald, nooit met vreemde mensen mee moest gaan, want er was juist een week geleden weer een verhaal op het nieuws geweest over een enge kinderlokker...

... ‘Pap, als je vroeger echt een zeerover bent geweest, waar is dan die schatkist die jullie hebben gevonden op dat eiland, waar je altijd over verteld in jouw verhalen?’ Mijn vader zucht, zal hij het dan maar vertellen? Ze zijn nu toch al acht, negen jaar oud. Eens moeten ze er toch achter komen.. ‘Kijk maar eens boven op de zolder’, riep hij en weg waren we; ik ging als eerste de trap op, mijn broertje kwam, zoals gewoonlijk, achter me aan. En warempel; daar stond er echt één: een hele grote, oude kist. Een donkerhouten exemplaar, met ijzeren versiersels om de buitenkant heen. Met z’n tweeën rukten we aan de deksel, die ging los en we zagen de inhoud van de kist…wat een teleurstelling. Er zaten enkel wat oude dekens in! ...

Ik zat vol fantasie als kind; daar maakte mijn vader graag gebruik van door mij van alles en nog wat wijs te maken. In die tijd wist ik altijd een hoop verhalen te vertellen, en nieuwsgierig als ik was, kon ik ook iedereen de oren van het hoofd vragen. Dat kind in mij is er nog steeds, vol levenslust. Maar deze speelse herinneringen gaan soms schuil onder de sluier van herinneringen aan momenten waarop het leven een zoektocht was, in plaats van een speeltuin. Spelen en zoeken wisselen zich af in het heden, spelen en zoeken..

Herinneringen gaan vaak over gebeurtenissen die anders verlopen dan verwacht; het lijkt alsof alleen de gebeurtenissen die anders gaan dan de geplande sleur van alledag, worden opgeslagen. Wat bepaalt nu eigenlijk welke gebeurtenissen worden opgeslagen? En waarom herinneringen vervagen, verdwijnen of weer tevoorschijn komen onder de sluier?
Herinneringen hebben alles te maken met emotie. Het hebben van een emotie zet ons opslag-mechanisme in ons geheugen aan tot het opslaan van dat moment. Je zou kunnen zeggen, dat ‘emotie’ de tape is van ons geheugen; emotie zorgt ervoor dat een moment blijft plakken op onze harde schijf.

Als iets anders verloopt dan je van te tevoren verwacht, wordt je even opgeschrikt uit de sluimerslaap van de dagsleur en lééf je, voel je, belééf je dat moment even heel intensief. Je voelt dan echt dat moment, je voelt geluk, paniek, blijheid, opluchting…of angst voor een onverwachte enge mevrouw, en teleurstelling over een schatkist, slechts gevuld met oude dekens.

Deze momenten blijven je voor altijd bij, al duiken ze soms weg onder de sluier.

Herinneringen, herinneren ons eraan dat we op dat moment écht leefden en voelden. Lekker blijven spelen dus, en je niet teveel laten meesleuren door de dagelijkse regelmaat..


2. Opdracht: Fantaseer (deels) een wikipedia-pagina over een persoonlijkheid.
Probeer de balans te houden tussen geloofwaardig en verzonnen, zodat onduidelijk is of het bericht niet waar is of niet.


Burg. Janssen-Ring (1890-1965)
Burg. Janssen-Ring was als burgemeester van de voormalige gemeente Koevordenwoude de eerste vrouwelijke burgemeester van Nederland. Benoemd in 1932, bekleedde zij tot aan haar overlijden dit ambt. Tevens was zij de uitvinder van de ‘Paddestoelmethode’, een draagtechniek die nog veelvuldig wordt toegepast door verpleegsters in de zorg voor ouderen en bejaarden in verzorgingstehuizen.

Ze was de dochter van een edelsmid en een onderwijzeres. Haar vader kampte gedurende haar jeugd met psychische problemen, hij werd veelvuldig opgenomen in het Montrige Insituut voor Psychiatrische Zorg in Oeverlee en als gevolg bracht zij het grootste gedeelte van haar jeugd door bij haar moeder. Van 1918 tot 1924 werkte ze als onderwijzeres op haar moeders school en hielp ze mee met de wederopbouw van de school na de oorlog.

Ze kwam terecht bij de gemeente in 1926 en werkte zich daar in 4 jaar tijd op tot gemeentesecretaris.

In 1932 solliciteerde Janssen-Ring naar de functie van burgemeester en werd door persoonlijk ingrijpen van minister Raats de Dompel tot burgemeester benoemd. In eerste instantie leidde dit bij burgers van Koevordenwoude tot ernstige protesten; op 11 mei 1932 werd het gemeentehuis bestookt met bommen, vervaardigd van keukenkruiden, en de muren werden beklad met aanstootgevende tekeningen en teksten.
Deze protesten hielden aan tot 15 mei 1932, toen Janssen-Ring daadkrachtig ingreep door persoonlijk met de politie mee te helpen bij het onderdrukken van de protesten.

In de jaren die volgende bewees zij zich een uitstekende leidsvrouw; ze hervormde onder andere het zorgssteem van de gemeente door het invoeren van bovengenoemde Paddestoel-methode en door het ontwikkelen van een efficiënter, vrouwvriendelijker en ergonomischer werkplan; het ‘Fluxa-vrouwenplan’.

Op 12 september 1965 vond ze de dood tijdens één van haar wekelijkse bezoekjes aan de stadskerk; ze werd aangereden door een onverwachte fietser van links. De fietser is later terechtgesteld voor doodslag, maar werd na jarenlange rechtsgang vrijgesproken wegens ontoerekeningsvatbaarheid.

3. Opdracht: Schrijf een kort verhaal waarin het gekozen personage een gebruiksvoorwerp is; het personage beleeft echte emoties en verlangens. Het zou mooi zijn als deze gevoelens ook echt aansluiten bij het voorwerp (bijv. een wasmachine die duizelig is omdat er teveel wordt gewassen, en verlangt naar een vrije dag).

De oude, versleten riem

1. Personage
Een oude, versleten riem

2. Karakterdossier
- De riem leeft bij een oude heer in een achterbuurtje van Rotterdam.
- Hij is al 20 jaar oud, wat goed te zien is aan de groeven en barsten in zijn bruinleren huidje. Zijn gesp is van grof, met de hand vervaardigd zilver.

De riem is best onzeker en erg gevoelig.
Bolle kant: Hij is erg lief voor anderen en is rijk aan emoties; dit maakt hem een goede vriend of geliefde, hij is ook heel trouw en zal alles overhebben voor dierbaren.
Holle kant: Omdat hij vaak twijfelt aan zichzelf, heeft hij de drang om zich constant te bewijzen. Hij maakt het zichzelf daardoor soms erg moeilijk. Maar goed, hierdoor is hij wel weer een doorzetter.

Zonder de heer zou de riem erg eenzaam zijn. Hij hangt vaak alleen in een donker hoekje van de kledingkast, maar troost zich met de gedachte dat hij op zijn leeftijd nog steeds regelmatig door de man wordt gedragen en mee naar buiten mag.

3. Locatie
Op de slaapkamer van de heer, en in de bus op weg naar het park.
4. Situatie
De heer trekt ’s morgens de riem rond zijn broek net een gaatje te strak, waardoor de riem moeite heeft om de trekkracht meester te blijven…
5. Dilemma
De riem wil niet toegeven en zichzelf gewonnen geven, maar dat lukt nauwelijks omdat hij steeds verder uitrekt; zijn barsten worden steeds groter. Als hij toegeeft, zal hij de man teleurstellen, als hij niet toegeeft, zal hij op den duur doormidden scheuren. Zal het hem lukken om vol te houden, zonder door te scheuren?
6. Ontknoping
Nét als de riem op knappen staat, wordt de heer zich ervan bewust dat hij zijn riem wel erg strak heeft zitten; hij doet de riem een gaatje losser, en redt hiermee het leven van zijn dierbare riem.


Opening
Een klein kiertje ochtendlicht, dat steeds groter wordt, bereikt uiteindelijk het hoekje waarin ik hang. De warmte van de stralen zorgt ervoor dat ik langzaam ontwaak; een mij vertrouwde hand komt door de kier naar binnen om een broek, bloes en een jas uit de kast te pakken. Zoals elke morgen aanschouw ik hoe de heer van mijn kast zich rustig aankleedt en zich opmaakt voor een nieuwe dag, om op pad te gaan en ’s avonds weer voldaan thuis te komen.
Meestal ga ik niet met hem mee; ik ben ook al wel oud en een beetje versleten..
Maar ik ben nog in prima staat, hoor! Er is geen riem zo sterk als ik, al 20 jaar klem ik me om de broeken van mijn heer, om te voorkomen dat hij misschien plots midden op straat, in zijn onderbroek staat..

Plotseling komt de hand van de heer weer door de kier, recht op me af. Nee, het zal toch niet.. denk ik bij mezelf. Maar ja hoor, ik mag mee vandaag! Ik voel een tinteling van vreugde door me heen gaan; ik mag dan wel oud en versleten zijn, een dagje er tussenuit doet me altijd deugd!
Voorzichtig pakt de heer me vast aan mijn ene uiteinde; hij schuift me langzaam door de lussen van zijn broek, totdat ik weer aan de voorkant uitkom bij mijn andere uiteinde, waar een grote, zilveren gesp aan bungelt. Hij haalt me door deze gesp en probeert met het pinnetje het juiste gaatje te vinden.
Na wat gefrunnik, prikt hij het pinnetje erdoor.. Maar het is een gaatje verder dan gewoonlijk, ik voel al meteen een heftige trekkracht over heel mijn lengte. Dat is wel heel erg strak! Normaal gesproken zit ik veel losser, waardoor een dagje weg voor mij echt een ontspannen uitje is. Maar zo strak als ik nu zit, heb ik nog nooit gezeten, ik vind het helemaal niet fijn!
Een beetje angstig probeer ik me nog los te wringen, maar de trekkracht is te groot. Ik kan niets anders doen dan alles aanspannen, om te voorkomen dat ik uit elkaar gerukt wordt. Ik krijg het steeds benauwder; als dit maar goed gaat.. Ik hou dit echt niet lang vol!

Hoogtepunt
Alles doet pijn. Ik kan niet meer.. Ik kan dit niet langer volhouden! Kon iemand maar zien hoeveel pijn ik heb. Kon iemand me maar losmaken, alsjeblieft! Ik merk dat ik langzaam mijn bewustzijn verlies; ik weet dat als ik bewusteloos raak, ik dan wegzak in de duisternis, mijn kracht verlies en doormidden zal scheuren. Uit alle macht probeer ik met mijn laatste krachten alert te blijven..

De heer wrijft zich even over zijn buik, hij voelt zich een beetje misselijk. ‘Misschien komt het door dat gehobbel van deze bus; die stadsbussen rijden altijd zo hortig, ze houden ook geen rekening met oudere mensen’, dacht hij bij zichzelf..
De buikpijn houdt nu echter al een tijdje aan, het begint hem echt parten te spelen. ‘Misschien moet ik mijn buik even wat ruimte geven’, denkt hij, en hij maakt zijn riem snel los… Ah, wat een opluchting, het helpt meteen.

Ineens zie ik weer zo’n kiertje licht, net als vanmorgen. En ook weer diezelfde hand, die op me afkomt.. Net op het moment dat ik los wil laten, gebeurt het; mijn uiteinde wordt heel even tot het uiterste gerekt, zodat het pinnetje losschiet. Met een kreun van pijn laat ik los..
En ik val midden op de schoot van mijn heer.
Hij had me net op tijd bevrijd van mijn onmogelijk strakke positie. Pff…

Ik vind het helemaal niet erg als ik de rest van mijn oude dag, lekker in dat hoekje van de kast doorbrengen mag!

4. Vrije opdracht, voor als je tijd over hebt.
(Klik op de afbeelding voor een vergroting)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten