maandag 28 november 2011
'Dances of trees'
De installatie die ik al eerder maakte, heb ik nu eindelijk in beweging kunnen brengen. De motor van de platenspeler was niet sterk genoeg; ik heb er daarom een ruitenwissermotor ingebouwd, die wordt gevoed door een autoaccu. Hieronder zie je de resultaten.
Hier draait de platenspeler zichzelf vast, wat ik eigenlijk een heel mooi beeld vond. Ik heb het dan ook zo gelaten, persoonlijk vind ik het eindbeeld sterk.
De installatie kan ook langere tijd bewegen, zoals hier te zien is.
Omdat te voorkomen dat het touw van paardenhaar zichzelf vastdraaide, wond ik steeds de losse, uitstekende haren opnieuw strak vast, voordat ik de machine aanzette.
Hier draait de platenspeler zichzelf vast, wat ik eigenlijk een heel mooi beeld vond. Ik heb het dan ook zo gelaten, persoonlijk vind ik het eindbeeld sterk.
De installatie kan ook langere tijd bewegen, zoals hier te zien is.
Omdat te voorkomen dat het touw van paardenhaar zichzelf vastdraaide, wond ik steeds de losse, uitstekende haren opnieuw strak vast, voordat ik de machine aanzette.
woensdag 23 november 2011
Artist Statement
Artist Statement | Renée Verberne
Een moderne pelgrimstocht.
Via mijn kunst zoek ik naar mijn oorsprong, ons aller bron die iedereen in zich draagt.
Mijn drijfveer daarbij is mijn onophoudelijke verlangen naar innerlijke rust; een verlangen dat wordt gevoed door een innerlijke tweestrijd. Ik wordt verscheurd door aan de ene kant de apollinische normen en waarden van de moderne tijd, die er vanaf mijn geboorte zijn ingebakken en die bij de cultuur horen waartoe ik via geboorte behoor, en aan de andere kant een dionysisch verlangen om de wilde natuur op te zoeken en in haar spannende, onheilspellende oorden te verblijven, om er te leven volgens haar wetten. Ik vind rust te midden van die wildernis, terwijl de ordelijke, mechanische maatschappij mij juist onrust bezorgd. Middenin de rauwe natuur voel ik mij meer thuis dan in de hedendaagse samenleving om me heen, echter ik voel me er ook onwennig; ik ben een vreemdeling omdat ik er niet in ben grootgebracht.
Zo wordt ik verscheurd tussen twee werelden, waarin ik me allebei niet thuis voel. Ik geloof dat ik niet de enige mens ben die kampt met deze gevoelens; in mijn ogen is de moderne mens de verbinding met zijn oorsprong, de natuur waar we allemaal vandaan komen, verloren.
Mijn zoektocht is de zoektocht van de moderne mens die niet terug wil keren naar de natuur, maar die vanuit de hedendaagse samenleving opnieuw de verbinding wil leggen met zijn oorsprong, met zijn roots.
Het is een pelgrimage waarin ik zoek naar wereldlijke vrijheid, los van familie, opvoeding, en omgeving. Maar de innerlijke weg die ik bewandel wordt tegelijkertijd gedreven door een groot verlangen om weer thuis te komen.
Als kunstenaar werk ik op impulsieve en op onderzoekende wijze. Ik trek er graag op uit om rond te zwerven in de natuur, maar ook in oude, grauwe stedelijke gebieden, in tweedehands winkels, op bouwterreinen en op autosloperijen speur ik graag naar verborgen schatten. Ik ben een verzamelaar; tijdens mijn zwerftochten vind ik allerlei materialen en voorwerpen. Deze gevonden spullen zijn de basis voor mijn installaties.
Ik combineer in mijn installaties vaak elementaire of natuurlijke materialen als water, takken, stro, hars, haar, boomwortels en zand met gebruikte, door de maatschappij verstoten materialen als oude auto-onderdelen, betonmatten, een aquarium, oude pomp en platenspeler.
Met deze materialen bouw ik als het ware een op zichzelf staand systeem, dat vaak circulair beweegt en poëtisch en/of melancholisch aandoet; de installatie vormt een wereld in zichzelf.
Mijn installatie ‘Chaos’ bijvoorbeeld bestaat uit een tafeltje dat tegen een muur staat, met daarop een aquarium, vol met water en leven. Dit water heb ik een maand of twee in het aquarium laten staan met één plant erin, tot het langzaam tot leven kwam: er ontstond leven in, in de vorm van watervlooien en algen, en het water kleurde bruin.
Boven het water hangen twee op boomwortels en op handen lijkende sculpturen, gemaakt van gordijnstof, lijm en verf.
Onder de tafel, tegen de muur, is een ruitenwissermotor bevestigd, die met staaldraad via ijzeren assen is verbonden met de twee hangende sculpturen. Door de beweging van de motor, raken de twee objecten even het water aan; ze bewegen om de beurt een klein beetje naar onder en naar boven. Het beeld is een poëtisch geheel dat de relatie en de wederzijdse invloed tussen mens en natuur onderzoekt.
(zie afbeelding)
Het systeem is iets dat mij heel erg fascineert en dat ik zowel in de natuur als in onze samenleving herken. De wereld is vol van structuren; gestalten, die de wereld een bepaalde ordening geven. Mijn poëtische beeldtaal koppel ik aan mijn belangstelling voor filosofie en literatuur. Ik lees van alles; van filosofische teksten tot wetenschappelijke stof over de evolutieleer, biologische systemen, aardrijkskundige processen en antropologisch onderzoek. Echter ik lees ook verhalende en romantische literatuur, die vaak niet-standaard is: verhalen die in de kern vreemd aandoen of waarin een geheel eigen wereld wordt gecreëerd.
Ik ga graag alleen de natuur in en ervaar de rust en sfeer dan vaak als intens en intiem. Ik probeer in het bos mijn rationele denken te laten varen en in plaats daarvan via mijn hart te voelen. Wanneer het me lukt het rationele denken ondergeschikt te maken aan het intuïtieve weten, ga ik handelen vanuit impulsen.
Er ontstaan zo soms spontaan meditatieve, ritmische of rituele handelingen en interventies, die ik ter plekke zelf registreer met een camera.
De eenheidservaring is van belang in mijn werk. Ik wil binnen mijn installaties een balans of harmonie creëren; een omhelzing tussen de twee werelden bewerkstelligen. In mijn films zoek ik naar een persoonlijke eenheidservaring met de wereld die me omringt.
Wat ik dus zoek is innerlijke rust, wereldlijke vrijheid en de ervaring van eenheid. Met de ingrediënten van mijn werk richt ik ook graag ruimtes in, om zo mensen te kunnen onderdompelen in een poëtische ervaring. Ik hoop zo ook bij anderen het verlangen naar de eigen oorsprong wakker te maken of te versterken, en ze aan te zetten tot hun persoonlijke pelgrimstocht naar hun innerlijk; moge ze er vrede vinden.
____________________________________________________________________
*mijn huidige onderzoektocht is gebaseerd op Verzameling, Installatie, Interventie, Zwerftochten, Meditaties, Ceremonies, Rituelen, Ritmes, Dans, Performance en op mijn fascinatie voor Filosofie, Poëzie, Literatuur, Natuurwetenschap, Aardrijkskunde, Antropologie en de Kosmos .
http://www.reneeverberne.nl
Een moderne pelgrimstocht.
Via mijn kunst zoek ik naar mijn oorsprong, ons aller bron die iedereen in zich draagt.
Mijn drijfveer daarbij is mijn onophoudelijke verlangen naar innerlijke rust; een verlangen dat wordt gevoed door een innerlijke tweestrijd. Ik wordt verscheurd door aan de ene kant de apollinische normen en waarden van de moderne tijd, die er vanaf mijn geboorte zijn ingebakken en die bij de cultuur horen waartoe ik via geboorte behoor, en aan de andere kant een dionysisch verlangen om de wilde natuur op te zoeken en in haar spannende, onheilspellende oorden te verblijven, om er te leven volgens haar wetten. Ik vind rust te midden van die wildernis, terwijl de ordelijke, mechanische maatschappij mij juist onrust bezorgd. Middenin de rauwe natuur voel ik mij meer thuis dan in de hedendaagse samenleving om me heen, echter ik voel me er ook onwennig; ik ben een vreemdeling omdat ik er niet in ben grootgebracht.
Zo wordt ik verscheurd tussen twee werelden, waarin ik me allebei niet thuis voel. Ik geloof dat ik niet de enige mens ben die kampt met deze gevoelens; in mijn ogen is de moderne mens de verbinding met zijn oorsprong, de natuur waar we allemaal vandaan komen, verloren.
Mijn zoektocht is de zoektocht van de moderne mens die niet terug wil keren naar de natuur, maar die vanuit de hedendaagse samenleving opnieuw de verbinding wil leggen met zijn oorsprong, met zijn roots.
Het is een pelgrimage waarin ik zoek naar wereldlijke vrijheid, los van familie, opvoeding, en omgeving. Maar de innerlijke weg die ik bewandel wordt tegelijkertijd gedreven door een groot verlangen om weer thuis te komen.
Als kunstenaar werk ik op impulsieve en op onderzoekende wijze. Ik trek er graag op uit om rond te zwerven in de natuur, maar ook in oude, grauwe stedelijke gebieden, in tweedehands winkels, op bouwterreinen en op autosloperijen speur ik graag naar verborgen schatten. Ik ben een verzamelaar; tijdens mijn zwerftochten vind ik allerlei materialen en voorwerpen. Deze gevonden spullen zijn de basis voor mijn installaties.
Ik combineer in mijn installaties vaak elementaire of natuurlijke materialen als water, takken, stro, hars, haar, boomwortels en zand met gebruikte, door de maatschappij verstoten materialen als oude auto-onderdelen, betonmatten, een aquarium, oude pomp en platenspeler.
Met deze materialen bouw ik als het ware een op zichzelf staand systeem, dat vaak circulair beweegt en poëtisch en/of melancholisch aandoet; de installatie vormt een wereld in zichzelf.
Mijn installatie ‘Chaos’ bijvoorbeeld bestaat uit een tafeltje dat tegen een muur staat, met daarop een aquarium, vol met water en leven. Dit water heb ik een maand of twee in het aquarium laten staan met één plant erin, tot het langzaam tot leven kwam: er ontstond leven in, in de vorm van watervlooien en algen, en het water kleurde bruin.
Boven het water hangen twee op boomwortels en op handen lijkende sculpturen, gemaakt van gordijnstof, lijm en verf.
Onder de tafel, tegen de muur, is een ruitenwissermotor bevestigd, die met staaldraad via ijzeren assen is verbonden met de twee hangende sculpturen. Door de beweging van de motor, raken de twee objecten even het water aan; ze bewegen om de beurt een klein beetje naar onder en naar boven. Het beeld is een poëtisch geheel dat de relatie en de wederzijdse invloed tussen mens en natuur onderzoekt.
(zie afbeelding)
Het systeem is iets dat mij heel erg fascineert en dat ik zowel in de natuur als in onze samenleving herken. De wereld is vol van structuren; gestalten, die de wereld een bepaalde ordening geven. Mijn poëtische beeldtaal koppel ik aan mijn belangstelling voor filosofie en literatuur. Ik lees van alles; van filosofische teksten tot wetenschappelijke stof over de evolutieleer, biologische systemen, aardrijkskundige processen en antropologisch onderzoek. Echter ik lees ook verhalende en romantische literatuur, die vaak niet-standaard is: verhalen die in de kern vreemd aandoen of waarin een geheel eigen wereld wordt gecreëerd.
Ik ga graag alleen de natuur in en ervaar de rust en sfeer dan vaak als intens en intiem. Ik probeer in het bos mijn rationele denken te laten varen en in plaats daarvan via mijn hart te voelen. Wanneer het me lukt het rationele denken ondergeschikt te maken aan het intuïtieve weten, ga ik handelen vanuit impulsen.
Er ontstaan zo soms spontaan meditatieve, ritmische of rituele handelingen en interventies, die ik ter plekke zelf registreer met een camera.
De eenheidservaring is van belang in mijn werk. Ik wil binnen mijn installaties een balans of harmonie creëren; een omhelzing tussen de twee werelden bewerkstelligen. In mijn films zoek ik naar een persoonlijke eenheidservaring met de wereld die me omringt.
Wat ik dus zoek is innerlijke rust, wereldlijke vrijheid en de ervaring van eenheid. Met de ingrediënten van mijn werk richt ik ook graag ruimtes in, om zo mensen te kunnen onderdompelen in een poëtische ervaring. Ik hoop zo ook bij anderen het verlangen naar de eigen oorsprong wakker te maken of te versterken, en ze aan te zetten tot hun persoonlijke pelgrimstocht naar hun innerlijk; moge ze er vrede vinden.
____________________________________________________________________
*mijn huidige onderzoektocht is gebaseerd op Verzameling, Installatie, Interventie, Zwerftochten, Meditaties, Ceremonies, Rituelen, Ritmes, Dans, Performance en op mijn fascinatie voor Filosofie, Poëzie, Literatuur, Natuurwetenschap, Aardrijkskunde, Antropologie en de Kosmos .
http://www.reneeverberne.nl
maandag 21 november 2011
A priori
A Priori 14 november 2011
Ik had geen flauw benul. Vóór de academie waren tekenen, knutselen, geduld, een ijverige gedrevenheid en een tomeloze nieuwsgierigheid de enige eigenschappen die deden vermoeden dat ik iets had met het begrip kunst. Ik wist nauwelijks wie ik was; al was ik tot op zekere hoogte een muzikant en een rebel, wiens puberale vrije tijd grotendeels bestond uit het spelen in een bandje, het luisteren naar live bandjes en naar oude platen van legendarische bandjes, het verlangen naar langharige mannen die in een bandje speelden en het dromen over een leven als rebelse, musicerende legende.
Vanaf de eerste schooldag gebeurde er iets met me; ik viel ‘down the rabbit hole’. Eindeloos ver vallend van wat ik kende, had ik me nog nooit zo thuis gevoeld als op die zonnige herfstdag, waarop ik voor het eerst de kunstwereld binnenstapte.
Vol overgave knutselde ik wat af in die eerste periode: geëngageerd als ik was, werd de maatschappij het mikpunt voor mijn ideële probeersels. Daaruit voort vloeide mijn materiaalkeuze: daar ik een betere wereld wilde creëren, werkte ik – heel koppig - enkel met afval- of met natuurlijke materialen. Ik stond echter ver buiten mezelf, en maakte mijn keuzes niet op gevoel, maar eerder vanuit de kilheid van mijn verstand. De angst voor de confrontatie met mijn innerlijk hield me op afstand van mezelf, en dus op afstand van mijn werk. Ik had mezelf herkent in de kunstwereld, maar ik durfde mezelf niet beter te leren kennen; ik was bang dat mijn ik niet voldoende zou zijn, waardoor mijn ik ook niet voldoende ik was, niet voldoende om de ontdekkingsreis van de kunst te aanvaarden.
Ik kwam erachter dat mijn verlangen naar een vredige wereld, en de tweestrijd die ik projecteerde op de verhouding tussen mens en natuur, een diepere laag had; de tweestrijd is een persoonlijke innerlijke strijd tussen yin en yang, tussen Apollo en Dionysos, tussen orde en chaos. Ik ben op zoek naar de balans, om uiteindelijk innerlijke rust te vinden. Daarmee is ook mijn verlangen naar een vredige wereld verklaart.
Ik zat er nog niet eens zo heel naast in die eerste periode; mijn onderwerp is nog hetzelfde, alleen ik kan het nu veel persoonlijker benaderen en verbeelden. Ik ben inmiddels een stuk meer geopend, opgebloeid als het ware. Ik heb mijn innerlijke bron aangeboord, waardoor ik eindelijk weet hoe het voelt om op intuïtie te handelen. Nu, ben ik een verzamelaar die graag in haar eentje op pad gaat. Ik ga dan naar het bos, de kringloopwinkel, de rommelmarkt of de autosloop, om natuurlijke of oude, gebruikte vondsten te doen. Ik ben een zoeker, soms een vinder. Ik voel mezelf nu wel degelijk en ben verbaasd over de rijkdom die in me schuilt, die wellicht in ieder mens schuilt die zich durft open te stellen voor zijn rauwe innerlijk; als ik een vondst doe voel ik het van binnen, en weet ik dat ik iets heb gevonden. Ik bouw eigen werelden waarin ik mijn vondsten uit de natuurwereld en uit de mensenwereld combineer. Ik bouw systemen die zowel gebaseerd zijn op de systemen die ik aan het werk zie in de apathische wereld van de mens, als in de dionysische wereld van de natuur. Ik verwonder mij over de schoonheid, de ingenieuze werking, de kleuren en de vormen die de natuur achteloos schijnt te behelzen, en voel liefde. Ik verwonder mij over de bizarre en stugge systemen die in de loop van de menselijke geschiedenis zijn ontstaan, en die in hun logheid nu de deur naar vrijheid voor de mens versperren, ja hem zelfs gevangen houden in een onbewust universum waarin werken, wachten, willen en wensen kind aan huis zijn.. Ik voel enkel afkeer.
Kunst is voor mij zowel conceptueel als beeld, zowel onderzoek als spel. Ik kan mij vinden in Nietzsche filosofie, waarin hij de waarheid – en ook de werkelijkheid en de kunst - als gewelddadige omhelzing tussen Apollo en Dionysos beschrijft. Het gaat over harmonie; een balans tussen werkelijkheid en droom, tussen orde en chaos, tussen mens en natuur. Een systeem is in wezen een algoritme, een (willekeurige) ordening van chaos; Apollo die Dionysos liefdevol in bedwang probeert te houden.
Zo probeer ik in mijn installaties ook chaos te ordenen. Of een ordelijke chaos te creëren. Naast mijn installatiewerk doe ik ook onderzoek; ik onderzoek mezelf via het spel, als een kind dat de wereld om zich heen verkent. Ik ga erop uit en zie wat er gebeurt; soms graaf ik, soms ren ik of klim ik, dan weer huil ik of wil ik dansen. Ik ben altijd alleen, en meestal ben ik geheel naakt; dit voelt voor mij als een bevrijding en het verscherpt en intensiveert tegelijkertijd mijn beleving. Ik leg mijn spel vast met mijn camera; ik registreer mezelf bijna als een voyeur. Wat hieruit voorkomt zijn niet zozeer beelden als wel bekentenissen van mijn onderbewuste, waaraan ik net zoveel, of misschien zelfs meer waarde hecht dan aan mijn installaties; hierin schuilt namelijk ‘ik’. De ‘ik’ die ik al de hele tijd zoek.
Ik zou de beeldtaal in mijn installaties graag willen samenvoegen met het spel in de zoektocht naar mezelf. In wezen is dit onbewust al één, maar als ik ook daadwerkelijk als één beeld zou kunnen manifesteren, heb ik wellicht de balans gevonden waarnaar ik continu streef.
De installaties en het zelfonderzoek waar ik me nu mee bezighoudt, zijn voor mijn gevoel fragmenten, scherven, afkomstig van een eraan voorafgaand geheel. Dat geheel vormt mijn persoonlijke beeldtaal. Een taal die ik al ken, maar nog niet ten volle heb kunnen uiten. Ik zoek daarom verder, naar een nieuw, onbekend medium, of een nieuwe combinatie van media. Ik probeer mijn beeldtaal te onderzoeken, door ze laag voor laag te pellen en te bekijken, en zo in de kern door te dringen. In het onderliggende, a priori begrip.
Ik zoek beschrijvingen en woorden die er voor mijn gevoel een band mee hebben, om zo een rode draad en uiteindelijk mijn eigen oerbeeldtaal te ontdekken. Misschien is het wel zo dat het juist de eeuwige zoektocht hiernaar is, waar het om draait in mijn werk, en die dan dus ook mijn beeldtaal vormt.
(algo)ritme, ontzameling, meditatie, groei, erosie, pelgrimage, intentie, conditionering, universele basis, kern, rust, vrijheid en innerlijke vrede zijn allen beschrijvingen of goede kennissen van mijn persoonlijke oerbeeldtaal, welke nog onder de oppervlakte zijn vondst rustig afwacht.
Ik had geen flauw benul. Vóór de academie waren tekenen, knutselen, geduld, een ijverige gedrevenheid en een tomeloze nieuwsgierigheid de enige eigenschappen die deden vermoeden dat ik iets had met het begrip kunst. Ik wist nauwelijks wie ik was; al was ik tot op zekere hoogte een muzikant en een rebel, wiens puberale vrije tijd grotendeels bestond uit het spelen in een bandje, het luisteren naar live bandjes en naar oude platen van legendarische bandjes, het verlangen naar langharige mannen die in een bandje speelden en het dromen over een leven als rebelse, musicerende legende.
Vanaf de eerste schooldag gebeurde er iets met me; ik viel ‘down the rabbit hole’. Eindeloos ver vallend van wat ik kende, had ik me nog nooit zo thuis gevoeld als op die zonnige herfstdag, waarop ik voor het eerst de kunstwereld binnenstapte.
Vol overgave knutselde ik wat af in die eerste periode: geëngageerd als ik was, werd de maatschappij het mikpunt voor mijn ideële probeersels. Daaruit voort vloeide mijn materiaalkeuze: daar ik een betere wereld wilde creëren, werkte ik – heel koppig - enkel met afval- of met natuurlijke materialen. Ik stond echter ver buiten mezelf, en maakte mijn keuzes niet op gevoel, maar eerder vanuit de kilheid van mijn verstand. De angst voor de confrontatie met mijn innerlijk hield me op afstand van mezelf, en dus op afstand van mijn werk. Ik had mezelf herkent in de kunstwereld, maar ik durfde mezelf niet beter te leren kennen; ik was bang dat mijn ik niet voldoende zou zijn, waardoor mijn ik ook niet voldoende ik was, niet voldoende om de ontdekkingsreis van de kunst te aanvaarden.
Ik kwam erachter dat mijn verlangen naar een vredige wereld, en de tweestrijd die ik projecteerde op de verhouding tussen mens en natuur, een diepere laag had; de tweestrijd is een persoonlijke innerlijke strijd tussen yin en yang, tussen Apollo en Dionysos, tussen orde en chaos. Ik ben op zoek naar de balans, om uiteindelijk innerlijke rust te vinden. Daarmee is ook mijn verlangen naar een vredige wereld verklaart.
Ik zat er nog niet eens zo heel naast in die eerste periode; mijn onderwerp is nog hetzelfde, alleen ik kan het nu veel persoonlijker benaderen en verbeelden. Ik ben inmiddels een stuk meer geopend, opgebloeid als het ware. Ik heb mijn innerlijke bron aangeboord, waardoor ik eindelijk weet hoe het voelt om op intuïtie te handelen. Nu, ben ik een verzamelaar die graag in haar eentje op pad gaat. Ik ga dan naar het bos, de kringloopwinkel, de rommelmarkt of de autosloop, om natuurlijke of oude, gebruikte vondsten te doen. Ik ben een zoeker, soms een vinder. Ik voel mezelf nu wel degelijk en ben verbaasd over de rijkdom die in me schuilt, die wellicht in ieder mens schuilt die zich durft open te stellen voor zijn rauwe innerlijk; als ik een vondst doe voel ik het van binnen, en weet ik dat ik iets heb gevonden. Ik bouw eigen werelden waarin ik mijn vondsten uit de natuurwereld en uit de mensenwereld combineer. Ik bouw systemen die zowel gebaseerd zijn op de systemen die ik aan het werk zie in de apathische wereld van de mens, als in de dionysische wereld van de natuur. Ik verwonder mij over de schoonheid, de ingenieuze werking, de kleuren en de vormen die de natuur achteloos schijnt te behelzen, en voel liefde. Ik verwonder mij over de bizarre en stugge systemen die in de loop van de menselijke geschiedenis zijn ontstaan, en die in hun logheid nu de deur naar vrijheid voor de mens versperren, ja hem zelfs gevangen houden in een onbewust universum waarin werken, wachten, willen en wensen kind aan huis zijn.. Ik voel enkel afkeer.
Kunst is voor mij zowel conceptueel als beeld, zowel onderzoek als spel. Ik kan mij vinden in Nietzsche filosofie, waarin hij de waarheid – en ook de werkelijkheid en de kunst - als gewelddadige omhelzing tussen Apollo en Dionysos beschrijft. Het gaat over harmonie; een balans tussen werkelijkheid en droom, tussen orde en chaos, tussen mens en natuur. Een systeem is in wezen een algoritme, een (willekeurige) ordening van chaos; Apollo die Dionysos liefdevol in bedwang probeert te houden.
Zo probeer ik in mijn installaties ook chaos te ordenen. Of een ordelijke chaos te creëren. Naast mijn installatiewerk doe ik ook onderzoek; ik onderzoek mezelf via het spel, als een kind dat de wereld om zich heen verkent. Ik ga erop uit en zie wat er gebeurt; soms graaf ik, soms ren ik of klim ik, dan weer huil ik of wil ik dansen. Ik ben altijd alleen, en meestal ben ik geheel naakt; dit voelt voor mij als een bevrijding en het verscherpt en intensiveert tegelijkertijd mijn beleving. Ik leg mijn spel vast met mijn camera; ik registreer mezelf bijna als een voyeur. Wat hieruit voorkomt zijn niet zozeer beelden als wel bekentenissen van mijn onderbewuste, waaraan ik net zoveel, of misschien zelfs meer waarde hecht dan aan mijn installaties; hierin schuilt namelijk ‘ik’. De ‘ik’ die ik al de hele tijd zoek.
Ik zou de beeldtaal in mijn installaties graag willen samenvoegen met het spel in de zoektocht naar mezelf. In wezen is dit onbewust al één, maar als ik ook daadwerkelijk als één beeld zou kunnen manifesteren, heb ik wellicht de balans gevonden waarnaar ik continu streef.
De installaties en het zelfonderzoek waar ik me nu mee bezighoudt, zijn voor mijn gevoel fragmenten, scherven, afkomstig van een eraan voorafgaand geheel. Dat geheel vormt mijn persoonlijke beeldtaal. Een taal die ik al ken, maar nog niet ten volle heb kunnen uiten. Ik zoek daarom verder, naar een nieuw, onbekend medium, of een nieuwe combinatie van media. Ik probeer mijn beeldtaal te onderzoeken, door ze laag voor laag te pellen en te bekijken, en zo in de kern door te dringen. In het onderliggende, a priori begrip.
Ik zoek beschrijvingen en woorden die er voor mijn gevoel een band mee hebben, om zo een rode draad en uiteindelijk mijn eigen oerbeeldtaal te ontdekken. Misschien is het wel zo dat het juist de eeuwige zoektocht hiernaar is, waar het om draait in mijn werk, en die dan dus ook mijn beeldtaal vormt.
(algo)ritme, ontzameling, meditatie, groei, erosie, pelgrimage, intentie, conditionering, universele basis, kern, rust, vrijheid en innerlijke vrede zijn allen beschrijvingen of goede kennissen van mijn persoonlijke oerbeeldtaal, welke nog onder de oppervlakte zijn vondst rustig afwacht.
zondag 20 november 2011
Roode Beek - Rode Bach
Onderwijsproject
Ik heb gekozen voor een praktijkopdracht, waarbij ik een kunstenaarsopdracht, zoals die door de gemeente of door andere instellingen wordt uitgevaardigd, ga uitvoeren.
Ik ga een kunstwerk maken voor een natuurgebied op de grens tussen Zuid-Limburg en Duitsland, wat momenteel wordt gerenaturaliseerd. Na dit proces zal, bij de opening van het gerenaturaliseerde gebied, het kunstwerk worden onthuld.
De opdracht was om, op een berg midden in het natuurgebied, een kunstwerk te maken dat het gevoel van rust en ruimte dat er kan worden beleefd, versterkt.
Deze week ben ik er samen met Fenne en Lina heengeweest voor een indruk van het gebied.
Hieronder een foto-impressie.
Ik heb gekozen voor een praktijkopdracht, waarbij ik een kunstenaarsopdracht, zoals die door de gemeente of door andere instellingen wordt uitgevaardigd, ga uitvoeren.
Ik ga een kunstwerk maken voor een natuurgebied op de grens tussen Zuid-Limburg en Duitsland, wat momenteel wordt gerenaturaliseerd. Na dit proces zal, bij de opening van het gerenaturaliseerde gebied, het kunstwerk worden onthuld.
De opdracht was om, op een berg midden in het natuurgebied, een kunstwerk te maken dat het gevoel van rust en ruimte dat er kan worden beleefd, versterkt.
Deze week ben ik er samen met Fenne en Lina heengeweest voor een indruk van het gebied.
Hieronder een foto-impressie.
donderdag 17 november 2011
Abonneren op:
Posts (Atom)